We worden verenigd door onze band met Christus en onze gemeenschappelijke zending in Gods wereld. In de gebedsweek bidden we als mensen uit verschillende kerken voor deze eenheid. Jezus bad dat zijn volgelingen één zouden zijn (Johannes 17:21).
Enkele gedachten bij de Bijbeltekst:
Met dit in gedachten is de begeleidende Bijbeltekst gekozen: Johannes 11 vers 17-27. Martha’s woorden aan Jezus geven uiting aan haar teleurstelling over Zijn late komst en er klinkt misschien ook een vleugje verwijt in door: “Als U hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn” (vers 21). Deze uitroep wordt echter onmiddellijk gevolgd door een belijdenis van vertrouwen
in Jezus’ reddende kracht: “Maar zelfs nu weet ik dat God U alles zal geven wat U vraagt” (vers 22). Wanneer Jezus haar verzekert dat haar broer zal opstaan (vers 23), reageert ze door haar religieuze overtuiging te bevestigen:
“Ik weet dat Hij bij de opstanding op de laatste dag zal opstaan” (vers 24). Jezus leidt haar een stap verder, door Zijn macht over leven en dood en Zijn identiteit als de Messias te onthullen. “Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in Mij gelooft zal nooit sterven” (vers 25-26). Na deze verbazingwekkende verklaring daagt Jezus Martha uit met een zeer directe en persoonlijke vraag: “Geloof je dat?” (vers 26). Laten we vooral bidden o.a. voor vrede en onderling begrip. Dat we mogen groeien in de liefde die Jezus voorleefde. Onze hoop is dat de gebedsweek van 2025 tot een vruchtbare samenwerking tussen kerkelijke gemeenschappen mag leiden. En dat het wederzijdse onbekendheid vooroordelen zal overbruggen.